Category Archives: Geen categorie

  • 0
Rookmelders verplicht voor de VvE

Rookmelders verplicht voor de VvE

Rookmelders zijn vanaf 1 juli 2022 verplicht in iedere woning in Nederland. De verplichting bestaat al langer voor nieuwbouw, maar de regelgeving gaat ook voor bestaande bouw gelden. Bij brand vallen de meeste slachtoffers door het inademen van rook. Het invoeren van deze nieuwe regel heeft als doel het redden van levens.


Wanneer zijn rookmelders verplicht?

  • Per 1 juli 2022 zijn rookmelders verplicht.
  • Dit geldt voor elke woonverdieping in ieder huis.
  • Zowel koop- als huurwoningen en zowel bestaande als nieuwbouw moeten hieraan voldoen.
  • De verplichting geldt ook voor besloten ruimtes die dienen als vluchtroute.

Wat betekent de rookmelder verplichting voor de VvE?

Heeft u al werkende rookmelders op elke verdieping? Dan heeft de wetswijziging geen gevolgen voor u. Heeft u nog géén rookmelder(s), dan wordt het tijd om ze aan te schaffen. Op iedere woonlaag moet een goedgekeurde brandmelder komen te hangen. Als de besloten gang op de begane grond een vluchtroute is voor een verdieping erboven, dan moet daar ook een werkende rookmelder hangen.


Rookmelders in gemeenschappelijke ruimten

Een brandbeveiligingsbedrijf kan de VvE adviseren omtrent de locaties van het plaatsen van rookmelders. Het verschilt namelijk per gebouw wat de beste plekken zijn voor het plaatsen van de melders. Ook kunnen zij het de vraag beantwoorden over hoeveel rookmelders noodzakelijk zijn. Het doel van de Vereniging moet zijn het verbeteren van de brandveiligheid in het gebouw.


Wat zijn de gevolgen hiervan voor de verzekeringen van uw VvE?

Tot op heden hebben de verzekeringsmaatschappijen van Vereniging van Eigenaren nog geen standpunt ingenomen ten aanzien van de wettelijke verplichtingen. Dit betekent dat zover nu bekend is er vanuit verzekeraars nog geen aanvullende vereisten worden gesteld omtrent rookmelders. Naar verwachting zullen de verzekeraars binnen afzienbare tijd de wetswijziging doorvoeren in de verzekeringsclausules.
Mocht uw V.v.E. in de toekomst een aangepaste verzekeringspolis krijgen met een (rookmelder)clausule dan dient de VvE te voldoen aan deze vereiste. Indien er bij een (brand)schade blijkt dat er niet is voldaan aan de gestelde vereiste dan kan de VvE het recht op een schade-uitkering verliezen.



  • 0
Modelreglement kleine VvE 2021

Modelreglement bij splitsing in appartementsrechten kleine vereniging van eigenaars 2021

De standaard modelreglementen zijn niet geënt op de kleine Vereniging van Eigenaars (VvE).
De Werkgroep Modernisering Appartementsrecht Nederland (WMANL) heeft daarom samen met de KNB een oplossing bedacht die zoveel mogelijk op maat is gesneden voor kleine VvE’s.

Het modelreglement kleine VvE 2021 is bedoeld voor splitsingen bestaande uit 2 tot 5 appartementsrechten. Tijdens het samenstellen van het nieuwe modelreglement is er gekozen aan te sluiten bij de teksten van het modelreglement 2017.

Het modelreglement voor de kleine VvE 2021 bevat maar 38 artikelen in plaats van de 69 artikelen in het modelreglement 2017.


Wat is er bijzonder aan het nieuwe modelreglement?

Het nieuwe modelreglement is eenvoudiger van opzet dan de reeds bestaande modelreglementen.

Dit zijn enkele bijzonderheden:

  • Bestuur: Alle appartementseigenaars zijn tevens bestuurder, tenzij de vergadering anders besluit.
  • Eenvoud: er zijn maar 38 artikelen in het modelreglement opgenomen.
  • Niet gemeenschappelijk: in het modelreglement kleine VvE ’s staat een opsomming van wat niet gemeenschappelijk is.
  • Kascommissie: in het nieuwe modelreglement komt de verplichting tot kascontrole te vervallen mits de jaarrekening wordt goedgekeurd.
  • Stemverhoudingen: alle besluiten worden met een gewone meerderheid van stemmen genomen.


Modelreglement kleine VvE downloaden?

Dit kan via het download gedeelte of via knb.nl




  • 0
WBTR

Wet bestuur en toezicht rechtspersonen

Op 1 juli 2021 treed er een nieuwe wet in werking, de ‘Wet bestuur en toezicht rechtspersonen’ ofwel WBTR.

De wet WBTR heeft tot doel om meer toezicht te creëren bij verenigingen en stichtingen. En tegelijkertijd ook het niveau van het bestuur te verhogen. De regels voor de taakvervulling en bevoegdheden van bestuurders en toezichthouders te uniformeren.

Daarnaast schrijft het regels voor omtrent de aansprakelijkheid wanneer de taak onbehoorlijk vervuld blijkt te zijn.
Ook ontstaat er door de invoering WBTR een wettelijke grondslag voor het instellen van een orgaan wat toezicht kan houden op de vereniging of stichting.


Hoofdlijnen WBTR:

  • Plichten en positie van bestuursleden en toezichthouders
  • Aansprakelijkheid van bestuursleden en toezichthouders
  • Goedkeuring van uitgaven en financieel beleid
  • Regels omtrent belangenverstrengeling

Door onder andere taken, bevoegdheden, beleid en bovendien aansprakelijkheid wettelijk vast te leggen voorziet de wet WBTR er in dat misstanden zoals belangenverstrengeling en of onbehoorlijk bestuur kan worden voorkomen.


Aansprakelijkheid bestuur WBTR

Ook de Faillissementswet is in de wetboeken gewijzigd. In artikel 106a Fw wordt de aansprakelijkheid van het bestuur geregeld.
Indien het bestuur zijn taak onbehoorlijk heeft vervuld en een belangrijke oorzaak is van het faillissement kunnen ze aansprakelijk worden gesteld.


Is de Wet bestuur en toezicht rechtspersonen ook geldig voor de VvE?

Door de Wet bestuur en toezicht rechtspersonen zijn bestuurders en toezichthouders wettelijk verplicht om afspraken vast te leggen en te waarborgen voor zover dat nog niet gedaan is binnen een verenigingen of stichtingen.

De WBTR ‘spreekt’ alleen over rechtspersonen zoals deze zijn geregeld in Boek 2 van het Burgerlijk Wetboek. Een Vereniging van Eigenaars is wettelijk gezien ook een rechtspersoon.
Hierdoor zijn enkele artikelen uit Boek 2 van het Burgerlijk Wetboek van toepassing zijn op een VvE. De verdere uitwerking van de Vereniging van Eigenaars is apart geregeld in Boek 5 van het Burgerlijk Wetboek. Dat wil zeggen dat de WBTR niet van toepassing is op VvE’s.


Kascommissie of controlerend

Het belang van een kascommissie of controlerend orgaan, om fraude binnen de Vereniging te beperken, wordt hiermee benadrukt.
In de wet staat echter dat de Algemene Ledenvergadering jaarlijks een kascommissie dient te benoemen die bestaat uit minimaal twee leden.
De kascommissie heeft als taak om de financiële stukken te controleren om onder andere een advies uit te brengen aan de algemene ledenvergadering.


Vragen over Wet bestuur en toezicht rechtspersonen?

Voor actuele informatie en/of vragen over de WBTR verwijzen wij u door naar: overheid.nl



  • 0
Duurder Energielabel

Kosten nieuw energielabel voor appartementen

Kosten nieuw energielabel worden duurder. Minister Kajsa Ollongren van Binnenlandse Zaken is niet van plan om de invoering van het duurdere energielabel voor appartementen uit te stellen. Dat schrijft ze in een brief aan de Tweede Kamer, die om uitstel had gevraagd. De regels moeten ingaan per 1 januari 2021.

Appartementseigenaren die voor 1 januari 2021 een energielabel aanvragen, kunnen veel geld besparen. Nu kan zo’n keurmerk nog online worden aangevraagd voor gemiddeld Euro 7,50. Vanaf 1 januari 2021 komt na de aanvraag een controleur kijken. Doordat de energieadviseur de uiteindelijke prijs bepaalt kan de prijs oplopen tot bijna Euro 200,-.

Een energielabel is verplicht bij verkoop of verhuur. Het keurmerk laat onder meer zien hoe goed het appartementsrecht geïsoleerd is. De overheid wil op deze manier stimuleren dat eigenaren hun appartement energiezuiniger maken door het bijvoorbeeld beter te isoleren en daarnaast een zuiniger verwarmingssysteem aan te leggen.

Alle appartementseigenaren hebben in 2015 een voorlopig energielabel gekregen. Bij verkoop van het appartement moet dat voorlopig document zijn omgezet in een definitief keurmerk. Dat kan nu dus nog eenvoudig en voordelig online, maar moet vanaf 1 januari 2021 met een energieadviseur. Hiervoor dient u een afspraak met een energieadviseur te maken.


Hoe kom ik als appartementseigenaar aan een energielabel?

U kunt online uw voorlopige energielabel inzien maar ook een definitief energielabel aanvragen. Ook kunt u uw bestaande energielabel vernieuwen. Bijvoorbeeld omdat u uw appartement energiezuiniger heeft gemaakt. Het energielabel blijft 10 jaar geldig.


Voorlopig energielabel opzoeken

U kunt controleren welk voorlopig energielabel uw woning heeft. Dit is een inschatting op basis van gegevens als woningtype, oppervlakte en bouwjaar. Misschien heeft u uw vloer laten isoleren of bijvoorbeeld zonnepanelen laten installeren. Dit kunt u aangeven als u het voorlopige energielabel omzet in een definitief energielabel.


Definitief energielabel aanvragen

U kunt een definitief energielabel online aanvragen:

  1. Log met uw DigiD in op Energielabelvoorwoningen.nl.
  2. Controleer uw woninggegevens en pas ze eventueel aan.
  3. Voeg digitaal bewijs toe als de tool hier om vraagt (bouwtechnisch rapport, factuur, foto’s).
  4. Selecteer een erkend deskundige (op basis van tarief of reactietijd).

Lukt het u niet om online uw definitieve energielabel aan te vragen? Dan kunt u contact opnemen met de Helpdesk Energielabel: telefoonnummer: 0800-0808 of helpdesk@energielabel.nl.


Energielabel vernieuwen

Op Energielabelvoorwoningen.nl kunt u ook uw bestaande energielabel vernieuwen. Bijvoorbeeld omdat u extra energiebesparende maatregelen heeft genomen.


Erkend deskundige controleert gegevens

De erkend deskundige controleert uw gegevens op afstand. Dit kan bijvoorbeeld een energieadviseur, makelaar of bouwtechnisch specialist zijn. De deskundige komt dus niet bij u thuis langs.
Zijn de gegevens goedgekeurd, dan ontvangt u het definitieve energielabel per e-mail van de Rijksoverheid. Na goedkeuring van uw gegevens vindt de registratie van het definitieve label automatisch plaats.
Soms ontvangt u al binnen een dag een definitief energielabel. Meestal duurt het iets langer. Dit is afhankelijk van de reactietijd van de erkend deskundige en de juistheid van het bewijsmateriaal.


Vragen over het energielabel?

U vindt veelgestelde vragen over het energielabel op de website van Milieu Centraal.
Staat uw vraag er niet tussen? Dan kunt u uw vraag stellen over het energielabel aan de Helpdesk Energielabel. De helpdesk kan u helpen bij onder andere deze vragen:

  • Hoe kan ik een energielabel aanvragen?
  • Wat moet ik doen als ik niet kan inloggen op de website Energielabel voor woningen?
  • Moet ik een energielabel aanvragen voor een monument?

De helpdesk behandelt alleen vragen van particuliere woningeigenaren.
Woningcorporaties, makelaars en notarissen kunnen contact opnemen over het energielabel met de Rijksdienst voor Ondernemend Nederland.


Uitgebreid energielabel vervangt vereenvoudigd energielabel (VEL)

Tot 31 december 2020 geldt het vereenvoudigd energielabel (VEL). Een appartementseigenaar geeft online een aantal woningkenmerken door. Een erkend deskundige keurt deze kenmerken op afstand. Waarna de Rijksoverheid het label vaststelt.
Een nieuw meer uitgebreid energielabel vervangt op 1 januari 2021 het VEL.


Energielabel aanvragen vanaf 1 januari 2021

Vanaf 1 januari 2021 maakt een appartementseigenaar een afspraak met een vakbekwaam energieadviseur. Die komt langs en bekijkt in gemiddeld 1 à 2 uur tijd het huis. De adviseur neemt kenmerken op van het appartementsrecht. Bijvoorbeeld:

  • de afmetingen;
  • de aanwezige isolatie, zoals van het dak en de muren;
  • de aanwezige installaties, zoals de cv-ketel en zonnepanelen.

Op basis hiervan berekent de energieadviseur hoeveel energie er nodig is voor:

  • verwarming;
  • warm water;
  • ventilatie;
  • koeling van de woning.

Zo wordt het energielabel nauwkeuriger vastgesteld en is het mogelijk om verbeteringen aan te bieden. Deze aanbevelingen voor verduurzaming komen ook op het energielabel te staan.


Kosten nieuw energielabel

De kosten van een energielabel hangt af van meerdere factoren, waaronder:

  • type woning;
  • beschikbare documenten over de woning;
  • de tijd die een energieadviseur nodig heeft om alle kenmerken van de woning op te nemen.

De kosten voor een energielabel komen straks naar verwachting bij een eengezinswoning uit op gemiddeld Euro 190. Bij appartementen gaat het om gemiddeld Euro 100. Uiteindelijk bepaalt uw energieadviseur de prijs van het energielabel. De gemiddelde prijs wordt na 1 januari 2021 duidelijk.


VEL blijft geldig

Heeft u al een geregistreerd VEL? Die blijft gewoon 10 jaar geldig.



  • 0

VvE en de Tijdelijke wet COVID-19 Justitie en Veiligheid

Verenigingen van Eigenaars (VvE’s) krijgen dankzij speciale noodwetgeving uitstel van 6 maanden.

De mogelijkheid om het vaststellen van de jaarrekening kan dus worden uitgesteld. Bovendien wordt door de noodwetgeving de mogelijkheid gecreëerd om digitaal en/of door middel van een videoverbinding te vergaderen en zo de besluiten te nemen.

Voor de meeste Vereniging van Eigenaars staat er in de Splitsingsakte of het Modelreglement een tijdsbestek waarbinnen de Algemene Ledenvergadering (ALV) gehouden moet worden.

In de ALV worden onder andere de jaarstukken besproken en décharge verleent aan het bestuur voor het gevoerde financiële beleid over dat boekjaar.

Veel bestuursleden geven op dit moment de voorkeur om de ALV uit te stellen in verband met het coronavirus (COVID-19).
Hierdoor kan het gebeuren dat de gestelde termijn waarbinnen de ALV moet plaatsvinden overschreden gaat worden.


Tijdelijke afwijkingen Burgerlijk Wetboek Verenigingen Van Eigenaars

Alle Verenigingen van Eigenaars zijn jaarlijks verplicht om een Algemene Ledenvergadering (ALV) te houden. De jaarlijkse algemene vergadering wordt doorgaans in het voorjaar gehouden, binnen zes maanden na afloop van het boekjaar.

Daar wordt de jaarrekening vastgesteld, wordt decharge verleend aan bestuurders en commissarissen en kunnen bestuurders of commissarissen worden benoemd.
De verplichtingen voor het houden van een algemene vergadering staan in Boek 2 van het Burgerlijk Wetboek.

Om de verspreiding van COVID-19 te beperken kan het fysiek bijeenkomen voor een Algemene Ledenvergadering, maar ook van bestuurders, commissarissen, onwenselijk zijn.
Hoewel het Burgerlijk Wetboek faciliteiten biedt om via een elektronisch communicatiemiddel deel te nemen aan de Algemene Ledenvergadering en het stemrecht uit te oefenen, hebben niet alle Verenigingen van deze mogelijkheid gebruik gemaakt in hun statuten.

Om te voorkomen dat er twijfel bestaat over de rechtsgeldigheid van genomen besluiten indien een ALV niet volgens de wet en de statuten verloopt en om te voorkomen dat uitstel van een Algemene Ledenvergadering kan leiden tot het niet-naleven van wettelijke termijnen, strekt het wetsvoorstel ertoe om tijdelijk afwijkingen van wettelijke en statutaire bepalingen toe te staan.


Afwijkingen voor Verenigingen van Eigenaars

Ook bij Verenigingen van Eigenaars (VvE) bestaan problemen met het houden van fysieke vergaderingen. Knelpunten bij VvE’s zijn onder meer het besluiten over onderhoud, het vaststellen van de jaarrekening en het vaststellen van de bijdrage aan het reservefonds.
Daarom krijgen het bestuur dan wel de voorzitter de bevoegdheid om de wijze van vergaderen te wijzigen, vergelijkbaar als bij de Boek 2 BW-rechtspersonen.

VvE’s zijn niet alleen gebonden aan de statuten, maar ook aan reglementen (zie artikel 111, onderdeel d, van Boek 5 van het Burgerlijk Wetboek), waarin bijvoorbeeld een termijn voor het houden van een vergadering wordt vermeld.

Deze termijnen kunnen door het bestuur worden verlengd met ten hoogste zes maanden. In Nederland bestaat een grote verscheidenheid aan VvE’s; grote, kleine, professionele en niet-professionele. Met name grote en niet-professionele VvE’s hebben hun beheerstaken uitbesteed aan professionele beheersorganisaties.

Als gevolg van COVID-19 zullen veel beheersorganisaties en bestuurders opnieuw Vergaderingen van Eigenaars moeten organiseren en bijwonen. Doordat de organisatiegraad van een VvE door de aard van haar leden vaak minder strak georganiseerd is dan in het geval van een onderneming, kost het voorbereiden, uitschrijven en houden van vergaderingen het bestuur en/of de professionele beheerder relatief veel tijd.

Hoewel het digitaal en/of per videoverbinding kunnen vergaderen zal zorgdragen voor een sterke verbetering van de continuïteit binnen VvE’s in Nederland, zal er een aanzienlijk aantal VvE’s (voornamelijk bestaande uit oudere eigenaars of in gevallen waarin zeer ingrijpende besluiten op de agenda staan) de voorkeur geven aan het houden van een ‘echte’ vergadering.


Tijdelijke wet COVID-19 Justitie en Veiligheid

Download het als PDF:
voorstel COVID-19 Justitie en Veiligheid
memorie van toelichting COVID-19 Justitie en Veiligheid
verslag COVID-19 Justitie en Veiligheid

Zie ook:
tweedekamer.nl


Vragen over het coronavirus?

Voor actuele informatie en/of vragen over het coronavirus (COVID-19) verwijzen wij u door naar het Rijksinstituut voor Volksgezondheid en Milieuhygiëne.

Telefonisch is het RIVM dagelijks bereikbaar van 8:00 tot 22:00 uur via 0800-1351.

RIVM

Vragen & antwoorden coronavirus RIVM

Rijksoverheid

Vragen & antwoorden coronavirus Rijksoverheid



  • 0

Corona en de Algemene Ledenvergadering

Zijn er gevolgen als de ALV wordt uitgesteld?

Het besluit om de Algemene Ledenvergadering wel of juist géén doorgang te geven ligt bij het bestuur.

Voor de meeste Vereniging van Eigenaars staat er in de Splitsingsakte of het Modelreglement een tijdsbestek waarbinnen de Algemene Ledenvergadering (ALV) gehouden moet worden.

In de ALV worden onder andere de jaarstukken besproken en décharge verleent aan het bestuur voor het gevoerde financiële beleid over dat boekjaar.

Veel bestuursleden geven op dit moment de voorkeur om de ALV uit te stellen in verband met het coronavirus (COVID 19). Hierdoor kan het gebeuren dat de gestelde termijn waarbinnen de ALV moet plaatsvinden overschreden gaat worden.


Sancties op overschrijden?

Op het overschrijden van de in het Splitsingsreglement en/of Modelreglement: opgenomen termijn staat er geen sanctie.

Een overschrijding van de gestelde termijn kan door een rechter wel als een overtreding van het Reglement worden beschouwd, maar gezien de huidige situatie zal de reden voor de termijnoverschrijding te onderbouwen zijn op bijvoorbeeld de richtlijnen van het RIVM.


Dient de Vereniging belangrijke besluiten te nemen?

Dan heeft de eigenaar de mogelijkheid om bijvoorbeeld schriftelijk of digitaal haar stem uit te brengen zonder dat de eigenaren van de betreffende appartementsrechten bijeenkomen in een Vergadering.

Ook kan de Vereniging besluiten om bijvoorbeeld de bestuursleden of één of twéé eigenaren te machtigen (met steminstructies) om de stemmen van de overige leden te vertegenwoordigen.
Op deze manier is het contact met de overige eigenaren en/of beheerder tot een minimum beperkt.

Omdat in sommige Splitsingsaktes beperkingen zijn opgenomen over het aantal machtigingen dat een vertegenwoordiger mag hebben, is het wel noodzaak om de steminstructies op de machtiging op te nemen, zodat hiervan niet afgeweken kan worden.


De verschillende termijnen voor het houden van de Algemene Ledenvergadering vanuit de Modelreglementen:


  • Modelreglement 1973 – Artikel 32, lid 2

    Jaarlijks binnen vijf maanden na afloop van het boekjaar zal een vergadering worden gehouden, waarin, in overeenstemming met artikel 18 lid 3, door de administrateur de exploitatierekening over het afgelopen boekjaar wordt verstrekt die door de vergadering moet worden goedgekeurd voor de vaststelling van de definitieve bijdrage door iedere eigenaar. In deze of een eerdere vergadering wordt tevens een nieuwe begroting opgesteld voor het aangevangen of het komende jaar.

  • Modelreglement 1983 – Artikel 33, lid 2

    Jaarlijks binnen zes maanden na afloop van het boekjaar zal een vergadering worden gehouden, waarin, in overeenstemming met artikel 4 eerste lid, door het bestuur de exploitatierekening over het afgelopen boekjaar wordt voorgelegd die door de vergadering moet worden vastgesteld voor de bepaling van de definitieve bijdrage door iedere eigenaar. In deze of een eerdere vergadering wordt tevens de begroting vastgesteld voor het aangevangen of het komende boekjaar.

  • Modelreglement 1992 – Artikel 33, lid 2

    Jaarlijks binnen zes maanden na afloop van het boekjaar wordt een vergadering gehouden, waarin, in overeenstemming met artikel 4 eerste lid, door het bestuur de exploitatierekening over het afgelopen boekjaar wordt voorgelegd die door de vergadering moet worden vastgesteld voor de bepaling van de definitieve bijdrage door iedere eigenaar. In deze of een eerdere vergadering wordt tevens de begroting vastgesteld voor het aangevangen of het komende boekjaar.

  • Modelreglement 2006 – Artikel 45, lid 2

    Jaarlijks wordt, binnen zes maanden na afloop van het boekjaar, een vergadering gehouden, de jaarvergadering. In deze vergadering legt het bestuur, in overeenstemming met het bepaalde in artikel 12 tweede lid, de jaarrekening ter vaststelling aan de vergadering over. Tevens brengt het bestuur in deze vergadering zijn jaarverslag uit.

  • Modelreglement 2017 – Artikel 49, lid 1

    Jaarlijks wordt, binnen zes maanden na afloop van het Boekjaar, een vergadering gehouden, de jaarvergadering. In deze jaarvergadering legt het Bestuur, overeenkomstig het bepaalde in Artikel 16.2, de Jaarrekening ter goedkeuring voor aan de Vergadering en brengt het Bestuur een mondeling of schriftelijk Jaarverslag uit. De Vergadering kan, in afwijking van de eerste zin van dit Artikel 49.1, besluiten om de termijn te verlengen waarbinnen de Jaarrekening ter goedkeuring dient te worden voorgelegd en het Jaarverslag dient te worden uitgebracht. In dat geval wordt, binnen de daartoe door de Vergadering vastgestelde termijn, een extra vergadering bijeengeroepen ter goedkeuring van de Jaarrekening en ter uitbrenging van het Jaarverslag.
    Na goedkeuring van de Jaarrekening besluit de Vergadering over het al dan niet verlenen van décharge aan het Bestuur voor het gevoerde beleid voor zover dat blijkt uit de Jaarrekening. Indien en voor zover de Vergadering het Bestuur geen décharge verleent, zal de Vergadering aangeven en in de notulen van de vergadering doen vastleggen ten aanzien van welke onderdelen van het door het Bestuur gevoerde beleid décharge wordt onthouden.


Vragen over het coronavirus?

Voor actuele informatie en/of vragen over het coronavirus (COVID-19) verwijzen wij u door naar het Rijksinstituut voor Volksgezondheid en Milieuhygiëne.

Telefonisch is het RIVM dagelijks bereikbaar van 8:00 tot 22:00 uur via 0800-1351.

RIVM

Vragen & antwoorden coronavirus RIVM

Rijksoverheid

Vragen & antwoorden coronavirus Rijksoverheid



  • 0
aanvullende energiebesparende maatregelen vve

Aanvullende energiebesparende maatregelen VvE

Aanvullende energiebesparende maatregelen VvE

Ook kunt u subsidie aanvragen voor één of meer aanvullende maatregelen. Hieronder leest u welke maatregelen dat zijn.


Isolerende deuren

U vervangt een voor- en achterdeur in de gevel door een isolerende deur.

Aanvullende maatregelMaximale U-waardeSubsidiebedrag
Isolerende deur1,5€ 80 per m2


Energiezuinig ventilatiesysteem

Legt uw Vereniging voor het eerst een ventilatiesysteem aan? Als aanvullende maatregel komen 2 energiezuinige ventilatiesystemen in aanmerking voor subsidie:

Aanvullende maatregelwtw-rendementSubsidiebedrag
CO2-gestuurd ventilatiesysteemn.v.t.20% van de kosten met een maximum van € 800
Balansventilatiesysteem met warmteterugwinning (wtw)≥ 90%20% van de kosten met een maximum van € 800


Waterzijdig inregelen verwarmingssysteem

Als uw verwarmingssysteem niet optimaal is ingeregeld, zorgt dit voor minder rendement. Door het systeem waterzijdig in te regelen zorgt de monteur ervoor dat het warme water op een goede manier over uw verwarmingssysteem wordt verdeeld.

Aanvullende maatregelSubsidiebedrag
Waterzijdig inregelen verwarmingssysteem€ 60 per woning


Energiedisplay of slimme thermostaat

Meer inzicht in uw energieverbruik zorgt dat u zuinige keuzes kunt maken. Om dit inzicht te krijgen kunt u bijvoorbeeld kiezen voor:

  • een energiedisplay dat verbonden is met een slimme meter. Hiermee krijgt u inzicht in het gehele actuele energieverbruik in uw woning;
  • een thermostaat dat het energieverbruik binnen uw woning afstemt op uw leefgedrag en dat via een energiemanagementsysteem inzicht geeft in het gehele actuele energieverbruik in uw woning;
  • een thermostaat waarmee u de temperatuur van de afzonderlijke ruimtes in uw woning kunt regelen.
Aanvullende maatregelSubsidiebedrag
Plaatsen van een energiedisplay of slimme thermostaat€ 100 per woning

Lees meer over de producten energiedisplay of slimme thermostaat die in aanmerking komen op RVO.nl.


Benieuwd of uw Vereniging in aanmerking komt voor deze subsidie?

Lees dan de voorwaarden voor energiebesparende maatregelen op RVO.nl.


Energiebesparende maatregelen voor de VvE?

Ook kunt u subsidie aanvragen voor meerdere maatregelen.
Hier leest u welke maatregelen dat zijn.



  • 0
Besparende energie maatregelen vve

Energiebesparende maatregelen VvE

Wilt u met uw Vereniging van Eigenaren (VvE) uw gebouw(en) energiezuiniger maken? Dan komt u in aanmerking voor de Subsidieregeling Energiebesparing Eigen Huis (SEEH). Voorwaarde is dat u 2 of meer energiebesparende maatregelen uitvoert.

U kunt subsidie aanvragen voor onderstaande maatregelen:

  • Spouwmuurisolatie: het isoleren van bestaande spouwmuren in de thermische schil
  • Gevelisolatie: het isoleren van de bestaande gevel als thermische schil, door middel van binnen- of buitengevelisolatie
  • Dakisolatie: het isoleren van het bestaande dak in de thermische schil, of van de bestaande zolder- of vlieringvloer (als de zolder onverwarmd is)
  • Vloerisolatie en/of bodemisolatie: het isoleren van de bestaande vloer of de bestaande bodem in de thermische schil
  • Hoogrendementsglas: het vervangen van glas in de thermische schil door HR++ glas of door triple-glas

Let op: Als u triple-glas neemt, dan moet dit altijd in combinatie met het vervangen van het kozijn door een isolerend kozijn.
Hoogrendementsglas mag in het kozijn gecombineerd worden met panelen met dezelfde U-waarde.

Heeft de Vereniging meerdere gebouwen? Dan kunt u per gebouw subsidie aanvragen.


Isolatiewaarden en oppervlakte-eisen

Om in aanmerking te komen voor de subsidie moeten de maatregelen aan verschillende eisen voldoen. Hieronder ziet u per maatregel wat de eisen zijn en hoeveel subsidie u kunt krijgen.

Eisen en subsidiebedragen energiebesparende maatregelen

IsolatiemaatregelMinimale isolatiewaardeMinimale oppervlakte* in m2
Etagewoning
Subsidie per m2
SpouwmuurisolatieRd ≥ 1,113€ 5
Gevelisolatie (binnen of buiten)Rd ≥ 3,513€ 25
DakisolatieRd ≥ 3,5Minimaal 70% van de gehele oppervlakte€ 20
Zolder-/vlieringisolatieRd ≥ 3,5Minimaal 70% van de gehele oppervlakte€ 5
VloerisolatieRd ≥ 3,5Minimaal 70% van de gehele oppervlakte€ 7
Bodemisolatie (eventueel in combinatie met vloer)Rd ≥ 3,5Minimaal 70% van de gehele oppervlakte€ 4
HR++ glasU ≤ 1,28€ 35
Triple-glas** in combinatie met isolerend kozijnU ≤ 0,7 (triple-glas)
U ≤ 1,5 (kozijn)
8€ 100
Panelen in combinatie met HR++ glasU ≤ 1.28€ 15
Panelen in combinatie met triple-glas** en met isolerend kozijnU ≤ 0,7 (paneel)
U ≤ 1,5 (kozijn)
8€ 75

* Vermenigvuldigd met het aantal etagewoningen (appartementen) in het gebouw. Voor dak-, zolder/vlieringvloer- en vloer- en/of bodemisolatie geldt de gehele oppervlakte.
**Let op: alleen bij toepassing van triple-glas komt u in aanmerking voor subsidie voor nieuwe kozijnen als aanvullende maatregel.


Benieuwd of uw Vereniging in aanmerking komt voor deze subsidie?

Lees dan de voorwaarden voor energiebesparende maatregelen op RVO.nl.


Aanvullende energiebesparende maatregelen treffen voor de VvE?

Ook kunt u subsidie aanvragen voor één of meer aanvullende maatregelen.



  • 0
sparen voor groot onderhoud

Verplicht sparen voor onderhoud appartement

Vragen gesteld door de leden der Kamer, met de daarop door de regering gegeven antwoorden

Vragen van de leden Lodders en Koerhuis (beiden VVD) aan de Staatssecretaris van Financiën en de Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties over het bericht “Verplicht sparen voor onderhoud appartement” (ingezonden 25 maart 2019).

Antwoord van Minister Ollongren (Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties), mede namens de Staatssecretaris van Financiën (ontvangen 21 mei 2019). Zie ook Aanhangsel Handelingen, vergaderjaar 2018–2019, nr. 2275.

Vraag 1
Bent u bekend met de uitzending van Radar over het onderwerp “Verplicht sparen voor onderhoud appartement”?1

Antwoord 1
Ja.

1https://www.nporadio1.nl/radarradio


Vraag 2
Wat vindt u van de situatie dat mensen verplicht zijn om binnen de Vereniging van Eigenaren (VvE) jaarlijks een bedrag te sparen (0,5% van de nieuwbouwwaarde of conform een vastgesteld onderhoudsplan) en zij over dit bedrag belasting in box 3 moeten betalen?

Antwoord 2
De Wet verbetering functioneren verenigingen van eigenaars is op 1 januari 2018 in werking getreden. In deze wet is geregeld dat VvE’s jaarlijks een minimumbedrag sparen voor groot onderhoud door storting in het VvE reservefonds, gebaseerd op een meerjarenonderhoudsplan (MJOP) óf 0,5% van de herbouwwaarde. Door te sparen op basis van een MJOP wordt specifiek naar de onderhoudsstaat van het eigen VvE complex gekeken.

Een VvE kan afzien van storting in het reservefonds wanneer op een vergadering van eigenaars 80% van de appartementseigenaren hiertoe besluit en de individuele appartementseigenaren de kosten voor onderhoud direct beschikbaar hebben. Tevens kan een individuele appartementseigenaar op een alternatieve manier sparen via een bankgarantie ten name van de VvE.

Een lidmaatschapsrecht in een VvE is civielrechtelijk een aparte rechtsfiguur en als gevolg daarvan fiscaal een afzonderlijk te kwalificeren vermogensrecht dat tot de rendementsgrondslag van de vermogensrendementsheffing (box 3) wordt gerekend.

Op 13 augustus 2010 heeft de Hoge Raad dit standpunt in een uitspraak
bevestigd.2 Indien de VvE een reservefonds heeft moet een individuele
appartementseigenaar over zijn aandeel in het reservefonds box 3-belasting betalen, voor zover zijn totale vermogen meer bedraagt dan het heffingvrije vermogen.3
Dit vraagstuk is ook aan de orde gesteld tijdens de parlementaire behandeling van de Wet verbetering functioneren verenigingen van eigenaars. Ook toen is aangegeven dat een lidmaatschapsrecht in een VvE een vermogensrecht is dat tot de rendementsgrondslag van box 3 wordt
gerekend.4

De wettelijke verplichting voor een VvE om jaarlijks een minimumbedrag te sparen voor groot onderhoud is tot stand gekomen doordat in 2012 uit onderzoek van Companen bleek dat ? van de VvE’s slecht functioneerde en de helft van de VvE’s te weinig spaarde voor groot onderhoud.5

Hierdoor was sprake van ernstig achterstallig onderhoud bij VvE complexen.
Door de verplichting om jaarlijks een minimumbedrag te sparen voor groot onderhoud zijn VvE’s zich meer bewust van het belang van sparen voor groot onderhoud. Het kabinet vindt dit een goede ontwikkeling.

2HR 13 augustus 2010, ECLI:NL:HR:2010:BL7268.
3Het heffingvrije vermogen bedraagt € 30.360 per persoon en € 60.720 voor fiscale partners.
4Zie de memorie van toelichting (Kamerstuk 34 479, nr. 3, blz 11), de nota naar aanleiding van het verslag (Kamerstuk 34 479, nr. 6, blz 19 en 20) en de memorie van antwoord (Kamerstuk 34 479, C, blz 4).
5Companen (2012).Het functioneren van VvE’s update 2012 en verbetervoorstellen


Vraag 3
Klopt het dat het gespaarde bedrag op de rekening van de VvE wel meetelt in het vermogen box 3 en dat als de VvE een schuld aangaat deze niet
aftrekbaar is? Wat vindt u van deze ongelijke situatie?

Antwoord 3
Bij het vaststellen van de waarde in het economische verkeer van het
lidmaatschapsrecht wordt het aandeel in het reservefonds meegenomen.
Het lidmaatschapsrecht in een VvE kan in box 3 tot zowel een bezitting als een schuld leiden. Omdat appartementseigenaren (voor hun deel) van een schuld van de VvE hoofdelijk verbonden zijn, wordt het aandeel in de schuld in beginsel meegenomen als verplichting in box 3.

Op basis van een goedkeuring in onderdeel 10.4 van het besluit Inkomstenbelasting;
Eigenwoningrente van 10 juni 2010 (DGB2010/921) bestaat onder
voorwaarden de mogelijkheid om in bepaalde gevallen de schuld aan te
merken als eigenwoningschuld.

Dat betekent nog niet dat de rente ook aftrekbaar is. In de eerste plaats zal de lening van de VvE sinds 2013 aan de aflossingseis moeten voldoen. In de tweede plaats zal het aflossingsschema van de schuld van de VvE in te passen moeten zijn in het individuele renteaftrekverleden van de appartementseigenaar.

Uit nadere bestudering van voornoemde goedkeuring is gebleken dat deze –
mede gezien de gewijzigde regelgeving met ingang van 1 januari 2013 – niet onverkort kan blijven bestaan en dient te worden herzien. Dit heeft voor appartementseigenaren die op het moment van de herziening gebruikmaken van de huidige goedkeuring geen gevolgen gedurende de resterende looptijd van de VvE-lening.

Hoewel herijking van de goedkeuring noodzakelijk is, blijft het streven te komen tot een regeling waarbij appartementseigenaren voor een lening voor onderhoud/verduurzaming die is aangegaan door de VvE, onder voorwaarden gebruik kunnen blijven maken van de eigenwoningregeling.
Bij de definitieve vormgeving zullen de uitkomsten van de momenteel
lopende evaluatie van de eigenwoningregeling worden meegenomen.


Vraag 4
Kunt u aangeven waarom mensen het gespaarde vermogen binnen de VvE
moeten betrekken bij de aangifte box 3? Zijn er meerdere vergelijkbare
voorbeelden?

Antwoord 4
De Hoge Raad heeft in de in antwoord 2 aangehaalde uitspraak geoordeeld dat de onderhoudsreserve geen onderdeel uitmaakt van (de waarde van) de eigen woning, maar meegenomen moet worden bij het vaststellen van de waarde van het lidmaatschapsrecht in box 3. Het lidmaatschapsrecht in een VvE is een vermogensrecht dat tot de grondslag van box 3 wordt gerekend.

De Hoge Raad merkte daarbij op dat dit leidt tot gelijke behandeling ten opzichte van woningeigenaren die geen lid zijn van een VvE en woningeigenaren die zelf reserves aanleggen ten behoeve van toekomstig onderhoud. Dergelijke reserves worden voor de toepassing van de eigenwoningregeling immers ook niet gerekend tot (de waarde van) die eigen woning.

Andere voorbeelden van vermogensrechten zijn afgezonderd particulier vermogen (trustvermogen) en vruchtgebruik of beperkte eigendom van een spaarrekening, een pand of van een landgoed, bos of natuurterrein.6

6https://www.belastingdienst.nl/wps/wcm/connect/bldcontentnl/belastingdienst/prive/vermogen_en_aanmerkelijk_belang/vermogen/wat_zijn_uw_bezittingen_en_schulden/uw_bezittingen/overige_bezittingen/overige_bezittingen


Vraag 5
Kunt u bevestigen dat het gespaarde vermogen van een lid van de VvE bij de verkoop van het appartement of bij overlijden van het lid niet terug te vorderen is en dus onderdeel blijft van de VvE? Zo ja, deelt u de mening dat het rechtvaardiger is om het gespaarde vermogen van een VvE te betrekken bij box 1, waar de eigen woning wordt belast? Zo nee, waarom niet?

Antwoord 5
Het klopt dat de stortingen van de individuele appartementseigenaar in het reservefonds van de VvE niet door de individuele appartementseigenaar kunnen worden teruggevorderd. De VvE vertegenwoordigt de gezamenlijke eigenaars en is verantwoordelijk voor de instandhouding van het gebouw.

Zoals in het antwoord op vraag 2 is aangegeven is het lidmaatschapsrecht in een VvE fiscaal een vermogensrecht dat tot de grondslag van box 3 wordt gerekend. De Hoge Raad heeft op 13 augustus 2010 bevestigd7 dat een dergelijk lidmaatschapsrecht geen deel uitmaakt van de eigen woning en daarom behoort tot de rendementsgrondslag van box 3.
Het kabinet ziet hier geen onrechtvaardigheid in.

7HR 13 augustus 2010, ECLI:NL:HR:2010:BL7268.


Vraag 6
Wat vindt u van de situatie dat er een verschil is in de belastingheffing tussen woningeigenaren en woningeigenaren die lid zijn van een (verplicht gestelde) VvE?

Antwoord 6
Zoals in de beantwoording van vraag 4 en 5 aangegeven is er geen sprake van een verschil in belastingheffing.
Zowel woningeigenaren die zelf gespaard vermogen aanhouden voor hun woningonderhoud, als woningeigenaren die lid zijn van een VvE en via die weg gespaard vermogen aanhouden voor hun woningonderhoud, worden voor dit vermogen belast in box 3 voor zover hun totale vermogen hoger is dan het heffingvrije vermogen.


Vraag 7
Ziet u mogelijkheden om aan de spaarverplichting voor een VvE een extra vrijstellingsruimte te koppelen? Zo nee, wat is het verschil met andere extra vrijstellingsgronden binnen box 3?

Antwoord 7
Zoals in het antwoord op vraag 6 is aangegeven, verschilt een dergelijke reservering niet wezenlijk van een reservering voor groot onderhoud zoals die door een andere woningeigenaar (geen deel uitmakend van een VvE) wordt aangehouden en die ook tot het vermogen in box 3 behoort. Het kabinet acht het dan ook niet wenselijk om een extra vrijstelling in box 3 te introduceren.


Vraag 8
Welke andere mogelijkheden zijn er om deze ongelijke situatie op te heffen?

Antwoord 8
Zoals in het antwoord op vraag 6 is aangegeven is er geen sprake van een ongelijke situatie.


Vraag 9
Klopt het dat sommige gemeenten de financiële positie van de VvE meene-men in de waardebepaling (WOZ) van het complex?
Zo ja, op basis van welke juridische grondslag kunnen gemeenten de financiële positie van de VvE betrekken bij de WOZ-waardebepaling?
Kunt u in dat geval inzicht geven in de vraag op welke manier het vermogen betrokken wordt bij de waardebepaling?

Kunt u een overzicht geven welke gemeenten de financiële positie van de VvE betrekken bij de WOZ-waarde? Zo nee, waarom niet en bent u bereid een inventarisatie te maken?

Antwoord 9
Nee, het klopt niet dat gemeenten verschillend handelen op dit punt. Gemeenten moeten bij de uitvoering van de waardebepaling voor de Wet WOZ rekening houden met het aandachtspunt “reserve van de vereniging van eigenaren”.
Als onderdeel van de waardebepaling moeten gemeenten de betaalde verkoopprijzen voor appartementsrechten analyseren en vervolgens op basis van deze verkoopprijzen komen tot een schatting van de marktwaarde van de desbetreffende onroerende zaak conform de waarderingsvoorschriften uit de Wet WOZ.

De prijs die op de markt wordt betaald voor een appartementsrecht omvat mede het aandeel in het reservefonds van de VvE dat wordt overgenomen. De prijs die op de markt wordt betaald voor een appartementsrecht, is doorgaans een goede benadering van de marktwaarde van het appartement.

In principe zal de omvang van het reservefonds van een VvE namelijk niet leiden tot een verkoopprijs die ligt boven de marktwaarde. Indien echter sprake is van een bovenmatig gevuld reservefonds bij de VvE kan dat de vraagprijs en daarmee de verkoopprijs opstuwen, en is de prijs die wordt betaald dus niet per definitie een goede benadering van de marktwaarde van het appartement.

Elke gemeente zal in die situatie met een dergelijk verschil rekening moeten houden. Daarom heeft de Waarderingskamer gemeenten ook opgedragen om bij de marktanalyse van verkoopprijzen van appartementsrechten te beoordelen of sprake is van een reguliere reserve of een bovenmatige reserve.8

Ingeval van een bovenmatige reserve bij de VvE, kan een gemeente vervolgens, afhankelijk van de specifieke context, de verkoopprijs naar beneden bijstellen voor de schatting van de marktwaarde van het appartement.

Het kabinet kan geen overzicht van gemeenten verstrekken, omdat alle gemeenten op een uniforme wijze bij de WOZ-marktanalyse (moeten) «corrigeren» voor het bedrag dat is betaald voor een eventuele bovenmatige reserve van de VvE.

8Zie ook het antwoord op vraag 140 in de Vraagbaak Waardebepaling (“Dient bij de waardering rekening te worden gehouden met de VVE-bijdrage?”) op de website van de Waarderings-kamer: https://www.waarderingskamer.nl/fileadmin/publieksportaal/documents/public/tabblad-publicaties/Vraagbaken/Vraagbaak_Waardebepaling_vierde_druk_versie_2017_10_20.pdf


Vraag 10
Deelt u de mening dat het betrekken van de financiële positie van de VvE bij de waardebepaling van een object zeer onwenselijk is? Zo ja, wat gaat u hieraan doen om dit te voorkomen?

Antwoord 10
Het kabinet onderschrijft de werkwijze die gemeenten, onder toezicht van de Waarderingskamer, moeten hanteren bij het analyseren van prijzen die in de markt worden betaald voor appartementsrechten.

De waarderingsvoorschriften uit de Wet WOZ leiden er daarbij toe dat bij de vaststelling van de WOZ-waarde niet een eventuele bovenmatige reserve van een VvE wordt meegenomen. Het kabinet is daarom van mening dat op dit terrein geen maatregelen nodig zijn.


Vraag 11
Zijn er nog andere belastingen of heffingen die gebruik maken van de financiële positie van de VvE deze meenemen? Zo ja, welke?

Antwoord 11
Nee, er zijn geen andere belastingen of heffingen die gebruik maken van de financiële positie van een VvE.


Vraag 12
Wat vindt u van de stapeling van belasting (vermogensrendementsheffing en in sommige gemeenten een hogere ozb) over het vermogen van de VvE voor leden van de VvE?

Antwoord 12
In de antwoorden op de vragen 9 en 10 is reeds aangegeven dat er geen sprake is van stapeling van belasting.


Vraag 13
Deelt u de zorg dat het betrekken van het gespaarde vermogen bij belasting-heffing in box 3 kan leiden tot een tegenovergesteld doel, namelijk minder sparen zodat er minder belasting betaald hoeft te worden met alle gevolgen van dien? Hoe kijkt u tegen dit risico aan?

Antwoord 13
Het reserveren voor groot onderhoud is in het belang van de eigenaren zelf, ongeacht of het gaat om een woningeigenaar die lid is van een VvE of om een woningeigenaar die geen lid is van een VvE.

Zij hebben de verantwoordelijkheid voldoende geld voor het onderhoud te reserveren, zodat het gebouw in goede staat kan worden gehouden.

Bovendien behoort het bedrag voor zover het niet in het reservefonds zou zijn geïnvesteerd, maar anderszins aangehouden, bijvoorbeeld op een spaarrekening, ook tot de grondslag van box 3.
Hierdoor is er geen sprake van een remmende werking om te sparen voor groot onderhoud.


Vraag 14
Heeft u signalen ontvangen van VvE’s of leden van VvE’s die deze of vergelijkbare problematiek aan de orde stellen? Zo ja, welke signalen zijn dat en wat heeft u met deze signalen gedaan?

Antwoord 14
VvE Belang en Vereniging Eigen Huis hebben het kabinet desgevraagd laten weten regelmatig signalen van individuele appartementseigenaars binnen te krijgen dat het aandeel in het reservefonds voor hen niet als eigen vermogen voelt, omdat zij daar niet vrijelijk over kunnen beschikken.

Er is naar aanleiding van de in antwoord 2, 4 en 5 genoemde uitspraak van de Hoge Raad9 bij de Belastingdienst een enkel signaal van een individuele appartementseigenaar ontvangen, waarin het recht om belasting in box 3 te heffen over het aandeel in de reserves van de VvE aan de orde is gesteld. Voornoemde signalen leiden, in lijn met de parlementaire behandeling van de Wet verbetering functioneren verenigingen van eigenaars en de uitspraak van de Hoge Raad, niet tot een ander standpunt over de belastbaarheid.

9HR 13 augustus 2010, ECLI:NL:HR:2010:BL7268.


Vraag 15
Zijn er bij u signalen bekend dat mensen in de problemen zijn gekomen omdat het “gespaarde” vermogen in de VvE wordt meegerekend in box 3 terwijl mensen niet beschikken over dit bedrag? Zo ja, wat heeft u met deze signalen gedaan?

Antwoord 15
Dergelijke signalen zijn voor zover het kabinet bekend niet ontvangen. Het kabinet heeft hierover ook navraag gedaan bij VvE Belang, de Vereniging Eigen Huis en de Belastingdienst. Ook bij deze (belangen)organisaties zijn hier geen signalen over bekend.


Vraag 16
Klopt het dat 1,2 miljoen huishoudens via het eigendom van een appartement lid zijn van een VvE?

Antwoord 16
Landelijk zijn er 1,2 miljoen woningen die zich in een VvE bevinden.


Vraag 17
Kunt u de vragen één voor één beantwoorden?

Antwoord 17
Ja.


Bron ah-tk-20182019-2275.pdf of raadpleeg de officiële publicaties van de overheid.



  • 0
Modelreglementen

Modelreglement bij splitsing in appartementsrechten

Projectgroep “KNB modelreglement 2015”

De projectgroep “KNB modelreglement 2015” werd op 8 oktober 2014 opgericht door de Koninklijke Notariële Beroepsorganisatie (KNB).

De opdracht was om het Modelreglement bij splitsing in appartementsrechten 2006 te moderniseren en te enten op de Wet ter verbetering van het functioneren van Vereniging van Eigenaars.

Op 19 december 2017 werd het modelreglement van splitsing in appartementsrechten 2017 vastgesteld en op 6 juni 2018 het Modelreglement bij ondersplitsing in appartementsrechten 2018

De nieuwe modelreglementen zijn gebaseerd op het Modelreglement 2006, maar zijn echter aangepast aan de laatste maatschappelijke trends en hebben aandacht voor de Wet maatschappelijke ondersteuning (WMO) maar ook de ‘Wet Verbetering Functioneren van Verenigingen van Eigenaars’.


Wet Verbetering Functioneren VvE’s

De Wet Verbetering Functioneren VvE’s is ingegaan per 1 januari 2018, en verplicht VvE’s tot het sparen van geld.

Hierdoor is iedere VvE verplicht een minimum bedrag gaan reserveren voor groot onderhoud. Wel mag de VvE kiezen of zij reserveert op basis van (a.) een MJOP of op basis van (b.) de herbouwwaarde.

Dit is opgenomen in modelreglement 2017 alsmede in modelreglement van ondersplitsing 2018 onder artikel 14.2

Artikel – 14.2 Reservefonds en Meerjarenonderhoudsplan

Indien het Gebouw geheel of gedeeltelijk bestemd is voor bewoning bedraagt de jaarlijkse reservering ten behoeve van het Reservefonds:

  1. ten minste het bedrag dat door de Vergadering is vastgesteld ter uitvoering van het Meerjarenonderhoudsplan; of

  2. ten minste een half procent van de herbouwwaarde van de onderdelen van het Gebouw en de op, in en onder de Grond aanwezige werken, waarvan de kosten van onderhoud, herstel en vernieuwing voor rekening komen van de Eigenaars.

De Vergadering besluit op welk van beide hiervoor vermelde wijzen de Eigenaars aan het Reservefonds dienen bij te dragen.


Gebruikt bij nieuwe splitsingen

Een gebouwencomplex met meerdere woonlagen, bedrijfsunits of afzonderlijke koopwoningen heeft veelal meerdere eigenaren.
Hierdoor zijn ze gezamenlijk eigenaar van het gebouw en het terrein.

In de akte van splitsing is het gebouw verdeeld in appartementsrechten. De akte van splitsing dient ook een splitsingsreglement te bevatten.

Dit splitsingsreglement voorziet in regels omtrent financiële zaken, verzekeringen en de oprichting van de VvE.

Een dergelijk splitsingsreglement ofwel ‘modelreglement’ kan door notarissen worden gebruikt bij nieuwe splitsingen.

De nieuwe reglementen veranderen echter niets voor bestaande VvE’s. Iedere bestaande Vereniging behoudt zijn eigen modelreglement.

In de splitsingsakte van uw VvE kunt u zien welk modelreglement op uw Vereniging van toepassing is.


Geen nieuw brochure?

Wacht u nog op de sierlijke versie van deze twee reglementen zoals in 1973, 1983, 1992 of 2006 dan kunt u lang wachten.

De KNB heeft ons te kennen gegeven:

“De KNB heeft in het verleden inderdaad een brochure uitgebracht met daarin de tekst. Daar het om de inhoud en niet om de vorm gaat en er tegenwoordig veelal digitaal wordt gewerkt, is besloten geen nieuwe brochure te maken.”

Wel kunt u natuurlijk gebruikmaken van onze interactieve versies van de reglementen.



BESPAARTOOL